LOESWOUTERSON.NL
Master of Action Learning | Acteur | Coach | Schrijver
LOESWOUTERSON.NL
Master of Action Learning | Acteur | Coach | Schrijver

MoAL

  
Lees hier over acteren, de waarden, trainingsacteren en diverse artikelen over toegepast acteren. 

De opleiding aan de toneelschool maakte me duidelijk dat het een opleiding voor het leven is op een meer letterlijke manier dan ik destijds kon denken. De fictieve ruimte die acteren biedt, is van grote waarde voor het kijken naar situaties die je wilt begrijpen, waarvan je wilt leren. Meerdere opleidingen brachten me naar een vak dat nog niet bestond: Master of Action Learning.

De start

Ja, het is waar: al heel jong wilde ik graag ‘toneelspeelster’ worden. Niet vanwege de rode lopers, de aandacht en de glitters, maar vooral om de ‘binnenkant’: de gedachten en het gevoelsleven van de personages die ik dan zou spelen.

Dus toen ik op de basisschool iets moest schrijven over een beroep, schreef ik over de toneelspeelster. Dat het geen makkelijk beroep was daar hield ik terdege rekening mee.


 Vermoedelijk geschreven toen ik een jaar of 12 was. Sindsdien is er veel gebeurd.

In 1988 studeerde ik af aan de Arnhemse Toneelschool (nu ArteZ). Sindsdien deed en doe ik zo’n beetje alles wat je met spelen kunt doen: acteren in theater, film, op televisie, in organisaties en bedrijven, trainingsacteren, eigen voorstellingen maken, improvisatie- en muziektheater en in coachingstrajecten.
Spelen biedt ongekende vrijheid en oneindig veel mogelijkheden.

Op de Toneelschool zei artistiek leider Anton van Geffen dat de school een vrijplaats wilde zijn. Toen was me nog niet helemaal duidelijk wat hij bedoelde. Ik vermoedde dat het iets te doen had met de mogelijkheid om te experimenteren. Zoals het gebouw (dat toen nog aan de Hommelseweg stond). Als studenten hielpen we mee met slopen en breken en weer opbouwen en werden de ruimtes bewust niet helemaal afgewerkt. Er waren ruimtes zonder wandafwerking, met betonnen vloer, die vele, vele malen van uiterlijk veranderden, omdat er van alles mee gedaan mocht worden. Niemand was bang voor de vloerbedekking. Je hoefde niet op te passen om muren te beschadigen. Er mocht wat kapot vallen. Er kon geschilderd worden. Er konden lagen zand worden gestort. Een groot gat in de vloer van de grote zaal kon met water worden gevuld.
Toch was dat niet de vrijplaats die hij uiteindelijk bedoelde, denk ik.

Als eerstejaars aan de toneelschool worstelde ik met mijn geweten, mijn drang zorgvuldig te zijn.
“Hoe kan ik dit personage spelen? Hoe weet ik hoe zij reageert, hoe zij zich voelt, hoe zij beweegt en wat zij vindt?”
Gevolg van deze vragen was een gebrek aan spontaniteit, teveel denken en vertraging in het spel, teveel regie, te weinig leven.
Op een dag beantwoordde Anton mijn vraag: “Hoe word ik het personage?” met: “Je bent het al.”
Een loden last viel van mij af. Je bent het al. Al handelend, impulsen volgend, scheppend, belevend, voelend en acterend gaf ik het personage vorm. Dat was de vrijplaats. Eenmaal gevonden is deze speelplek een bron van inspiratie, een weg om te kapitaliseren op mijn eigenschappen, om te experimenteren met gedrag, met gevoel, gedachten, fantasie. En daar vorm aan te geven.
Spelen.

De mogelijkheden en wijsheden uit het acteren en het theater benut ik dagelijks met en voor de mensen met wie ik werk en vormen een rijke bron en goede bedding voor al het andere dat ik na mijn afstuderen heb geleerd in opleidingen en door ervaring.

Acteren, de waarden

Een popmeditatie

Steven Gort, schrijver van dit blog, maakt ‘popmeditaties’. Een lijst van tien muzieknummers, met teksten en context. Hij vroeg mij of ik niet eens mijn eigen lijst wilde samenstellen. Het werd lijst 106 op zijn blog. Tijdens het samenstellen, merkte ik dat mijn keuzes voor de muziek als ‘gebruiksmuziek’ veel te maken heeft met hoe ik acteren een plek geef in mijn werk en leven. Gebruikskunst.

Hieronder het integrale blogartikel:

Popmeditatie 106

Ik had enige schroom haar te benaderen. Met de vraag om voor mij een lijst samen te stellen. Tien nummers muziek. Voor een popmeditatie. Wanneer klaar maakt niet uit.

De schroom voorbij. Is dan hier de lijst. Alsnog. En zorgvuldig bij elkaar verzameld. Door multitalent @loeswouterson. Zie oa loeswouterson.nl: Actrice. Trainingsactrice. Coach & trainer. Docent. Schrijfster. Stemactrice.

Haar lijst is eigenzinnig. Kunstzinnig. Gevarieerd. Persoonlijk. Leerzaam. Boeiend. Kortom typisch Loes! Haar eigen woorden integraal hieronder. Ik heb van de selectie weer een playlist gemaakt.

Enjoy!

Inleiding

De vraag: “Van welke muziek hou jij?” wordt best vaak gesteld in een mensenleven. Althans, dat vind ik. Ik weet nooit wat ik moet antwoorden. Dat komt doordat ik niet netjes kan categoriseren: niet één artiest of één genre kan noemen. Ik denk dat het komt doordat muziek voor mij alleen betekenis krijgt door ‘het gebruik’.

Ik heb meermalen muziektheater gemaakt, onder andere met – inmiddels goede vriend – Joep Everts (www.klanklichaam.nl). We hebben toen veel gesprekken en ook discussies gehad over de betekenis van muziek in relatie tot het acteren en binnen de context van theater.

Staat een muziekstuk op zichzelf? Zoals de meeste musici ongetwijfeld vinden en ook zijn opgeleid. Of krijgt een muziekstuk betekenis door hoe we luisteren? En in het theater: door wat eraan voorafging en wat erna kwam?

Ik ben een gebruiker. In die zin misschien respectloos ten opzichte van de ‘pure’ muziek, waarvan ik het bestaan en bestaansrecht niet ontken. Meer een gebruiker dan een goed luisteraar, waaronder ik musici zonder uitzondering reken. Zij horen anders dan ik. Joep en ik discussieerden onder andere over of je als je live-muziek in een voorstelling gebruikt, je dan wel of niet ook gebruik kon maken van muziek op cd over de speakers. Hij vond dat onvergelijkbare grootheden. Ik vond dat het kon: als ik er maar een doel mee had. Hij redeneerde vanuit zijn muziek-oren. Ik vanuit mijn spelersattitude.

Als ik 10 nummers moet kiezen, realiseer ik me eens te meer, dat ik een gebruiker ben. En dat maakt het een bijna onmogelijke opgave om uit een grote veelheid van muziek (en daaraan gerelateerde momenten) een keuze te maken.

Ik heb toch een poging gedaan.

1. Anne Murray

Veel ‘directer’ kan het niet qua gebruiksmuziek. Ik was 15 of 16 toen ik hem leerde kennen. Op het schoolplein liepen we elkaar voorbij. Hij zat in een andere klas dan ik. Een hele knappe jongen. Ik kon me niet voorstellen dat er één meisje was dat niet op zijn uiterlijk zou vallen. Out of my league dus, dacht ik.

Toch bleven we elkaars blik vangen. Hij was vaak omringd door vrienden, waarvan één met een opvallende bos lange krullen. Op een dag stond ik op een paar bielzen op het schoolplein en kwam hij met een sprongetje naast me staan. Ik wist niet wat me overkwam. En ik wist niet wat ik moest zeggen. En ik dacht dat als hij al interesse had gehad, hij die dan door mijn verlegen gestuntel wel kwijt was.

Langere tijd dacht ik aan hem. Juist op het moment dat ik besloten had dat ik hem uit mijn hoofd moest zetten, hoorde ik, toen ik van school wegfietste door de sneeuw, een brommer achter me. Ik keek om. Daar was hij. Nog steeds weinig woorden. Wel een eerste zoen.

Ik had geen makkelijke tijd, die jaren. Teveel woorden nodig, kort gezegd wist ik niet hoe ik hem in mijn leven kon houden, terwijl mijn leven een puinhoop was door allerlei omstandigheden. Ik vertelde hem dat. Hij dacht dat ik het uitmaakte. Ik wist niet hoe ik het anders moest uitleggen en zei niets. En dat was het.

Een tijdje later hoorde ik dat hij kanker had en in het ziekenhuis lag. Ik ben zo snel als ik kon naar het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis gegaan. Ik zag de verrassing in zijn ogen. Ik heb hem alsnog uitgelegd hoe het zat en waarom ik toen deed wat ik deed. Ik zocht hem op. In het ziekenhuis. Bij hem thuis. Vaak waren er ook anderen bij. Hij onderging verschrikkelijk veel behandelingen. Praten over zijn ziekte deed hij niet graag. Hij wilde positief zijn. Beter worden.

Op een dag werd ik gebeld door zijn moeder. Of ik naar het ziekenhuis wilde komen. Pas later hoorde ik van haar, dat ik de enige was, buiten zijn ouders, die hij op dat moment nog wilde zien. Ik herinner me dat ik bij zijn bed zat. We maakten plannen voor de toekomst. Positief.

Toen ik een aantal dagen later naar zijn ouders belde om te vragen hoe het ging, zei zijn moeder dat hij dood was. Dit nummer werd op zijn crematie gedraaid. Net als Randy Crawfords ‘One day I’ll fly away’, waarvan ik het singletje grijs heb gedraaid, toen.

I cried a tear, you wiped it dry
I was confused, you cleared my mind
I sold my soul, you bought it back for me
And held me up and gave me dignity
Somehow you needed me

You gave me strength to stand alone again
To face the world out on my own again
You put me high upon a pedestal
So high that I could almost see eternity
You needed me, you needed me

And I can’t believe it’s you I can’t believe it’s true
I needed you and you were there
And I’ll never leave, why should I leave, I’d be a fool
‘Cause I finally found someone who really cares

You held my hand when it was cold
When I was lost, you took me home
You gave me hope when I was at the end
And turned my lies back into truth again
You even called me friend

You gave me strength to stand alone again
To face the world out on my own again
You put me high upon a pedestal
So high that I could almost see eternity
You needed me, you needed me
You needed me, you needed me

Nr. 1; Anne Murray; You Needed Me; Dit nummer werd op zijn crematie gedraaid. #popmeditatie

2. Händel

Grote muziekwinkel in Arnhem; alle wanden bedekt met platen, bladmuziek, cd’s. Gevoel van stoffigheid en eindeloze keuzes. Arnhem ademde kunst door conservatorium, dansacademie, kunstacademie, theaterschool, opleiding docent theater.

Ik leefde in een periode van ’s avonds in het theater voorstellingen spelen, ’s nachts filmopnamen maken, in de middag ontbijten en dan weer op voor de avondvoorstelling. Periode waarin ik mezelf moest terugzoeken op de vrije momenten tussen de dagen waarin ik gaf wat ik in huis had op het podium en het witte doek.

In die grote stoffige winkel zocht ik muziek voor bij het schilderen. Ik had enkele schilderlessen van iemand die me zelfportretten liet schilderen. Vanuit het gevoel, niet vanuit de techniek. Na eindeloos dwalen stond ik met een dubbel-cd bij de toonbank. Concerti Grossi op.6, componist Händel. Gedirigeerd door Herbert von Karajan. “U koopt hiermee een Mercedes,” zei de muziekhandelaar. Vermoedelijk zei hij dat omdat Karajan niet bepaald terughoudend en zachtzinnig was als dirigent. En wellicht een niet voor de hand liggende dirigent voor het werk van Händel. Voor mij was het goed. Verven met duidelijke streken en contouren.

Nr. 2; Händel; Concerto grosso A Minor, Op. 6, No. 4; Verven met duidelijke streken en contouren. #popmeditatie

3. Minoru Miki

Met Joep, slagwerker, maakte ik samen een voorstelling over een ingewikkeld onderwerp dat ons allebei bezighield: concentratiekampen. We lieten ons inspireren door het boek Bezonken rood van Jeroen Brouwers (jappenkamp). De dagboeken van Etty Hillesum. Boeken van Elie Wiesel en Primo Levi. We lardeerden dat met haiku’s. We zetten teksten op ritme en klank. Ik ‘deed’ een monoloog gebaseerd op De pijn van Duras. En Joep speelde twee stukken van Japanse componisten (op de foto hieronder Joep in actie).

joep trommels

Het ene is een marimba stuk. Op een moment in de voorstelling nadat ik heb geprobeerd me te verhouden tot teksten over de wreedheden van japanse kampbeulen. En woorden van Etty Hillesum heb gebruikt om te zoeken naar een weg door deze donkere kant van de mensen. Als ik in de voorstelling naar dit marimbastuk luisterde, ontplofte mijn verbeelding bijna. Alles waar we het over hadden gehad en nog zouden gaan hebben kon ik terugzien door het horen van dit stuk.

Let op de kunst van het hanteren van 4 stokken. De concentratie waarmee Joep het stuk speelde was een theatraal aanbod op zich.


Nr. 3; Minoru Miki; Time for Marimba; Let op de kunst van het hanteren van 4 stokken. #popmeditatie

4. Maki Ishii

De voorstelling ging door. Wreedheden die je je niet kunt voorstellen, bijzonder verteld vanuit het perspectief van een kleine jongen (Brouwers); haiku’s die de werkelijkheid soms tot kale, doeltreffende pijlen terugbrachten. De zoektocht van Etty. Het verhaal van de pijn: de terugkomst van een man uit een kamp, die niets liever wilde dan eten, maar dat niet mocht omdat hij anders dood zou gaan. Slechts met theelepels tegelijk mocht hij eten. Dat hij overleefd had om opnieuw zo ‘beperkt’ te worden was een deel van de pijn.

En de voorstelling eindigde met een stuk met 13 ‘trommels’ (ik doe de instrumenten tekort als ik ze trommels noem, vind ik). Het is een stuk dat bijna niet te behappen is, waarover je haast geen meester kunt worden. En ook weer een stuk dat zoveel beelden bracht, zoveel passie, dynamiek. Zoveel te vertellen had, na alles wat we hadden doorgemaakt tijdens de voorstelling.


Nr. 4; Maki Ishii; 13 drums; Bijna niet te behappen Waarover je haast geen meester kunt worden #popmeditatie

5. Joni Mitchell

Jezelf beschikbaar stellen als instrument voor theater, film- of televisierollen. Ik kan moeilijk uitleggen wat het betekent. Ik heb niets anders dan mezelf, mijn huid, mijn bloed, mijn emoties en gedachten. Ik stel ze beschikbaar voor een rol. Voor die minuten waarin ik vertolk, zoveel mogelijk ‘ben’ wat de rol ons te brengen heeft.

Het doet wat met je, dat kan ik niet ontkennen. Mensen vragen wel eens: weet je wel wie je zelf bent. Ik kan daar ja op antwoorden. Ja ik weet altijd precies wanneer ik speel en wanneer niet. Dat betekent niet dat ik niets doormaak. Daarom is spelen ook geschikt voor heel veel andere dingen dan alleen het tonen op een toneel of doek of scherm.

“De context binnen drama is fictief, de situatie verschilt van de werkelijkheid, maar het handelen, de gedachten en de gevoelens zijn ‘realiteit’.” (over dramatherapie)

Tussen het spelen door zoek ik vaak zogenaamde ‘containers’: ruimten waar ik wat ik in de fictieve realiteit meemaakte, een plek kon geven. Dat kon zijn in een tekst, een boek, een film, of in muziek. In het zoeken naar containers kwam ik Joni Mitchell tegen.

Blue, songs are like tattoos
You know I’ve been to sea before
Crown and anchor me
Or let me sail away
Hey Blue, here is a song for you
Ink on a pin
Underneath the skin
An empty space to fill in
Well there’re so many sinking now
You’ve got to keep thinking
You can make it through these waves
Acid, booze, and ass
Needles, guns, and grass
Lots of laughs, lots of laughs
Everybody’s saying that hell’s the hippest way to go
Well I don’t think so
But I’m gonna take a look around it though
Blue, I love you

Blue, here is a shell for you
Inside you’ll hear a sigh
A foggy lullaby
There is your song from me

Nr. 5; Joni Mitchell; Blue; Ze helpt om belevenissen in de fictieve realiteit een plek te geven #popmeditatie

6. Mozart

De film Amadeus was een film waarin ik veel kon ‘containen’. Humor en tragiek, talent en passie, herkenning en verstoting: er kwam zoveel in samen. Daarna kocht ik in – alweer in die grote Arnhemse muziekwinkel – Mozarts requiem op cd en op cassettebandje, want dat laatste was het enige dat ik in de auto kon afspelen. Op en neer, op en neer. Golven van passie en ingetogenheid.

Toen ik het onderdeel Rex tremendae in een voorstelling wilde gebruiken, was Joep daarop tegen: daar kon de live muziek nooit meer tegenop. En, liet hij – jeugdig conservatorium-afgestudeerde – weten, met enig gevoel voor dedain: “Mensen vinden Mozart ineens mooi door die film.” We hebben het nummer niet gebruikt. Alleen live muziek. En verder haalde ik mijn schouders op. Goed, dan was ik die cultuurbarbaar die Mozart pas ontdekte na een film. Als ik Mozart maar ontdekte.

Ik realiseerde me later dat dit een thema is gebleven in hoe ik in mijn werk sta. Ik ben ervóór om van het podium af te stappen en dichtbij te komen. Het maakt mij niet uit hoe de kunst de mensen bereikt. Als de afstand maar overbrugd wordt en de kunst warmbloedig twee kanten op stroomt. Op de toneelschool legde ik de kiem voor dit thema, zonder me toen te realiseren wat dat voor mijn manier van werken zou betekenen. Ik citeerde in mijn eindverslag de dichter en toneelschrijver Federico García Lorca:

“Dat idee van kunst om de kunst zou heel gruwelijk zijn als het niet zo hopeloos bekrompen was. Geen weldenkend mens gelooft nog in die onzin van pure kunst, kunst om de kunst zelf. In deze dramatische tijden moet de kunstenaar met zijn volk meehuilen en –lachen. Men moet de tak met lelies verlaten en zich tot aan het middel in de modder laten zakken, om diegenen die de lelies zoeken bij te staan.”

Nu, achteraf bekeken, dus niet zo vreemd, dat mijn kunstenaarschap zich vooral tussen de mensen afspeelt.

 

Nr. 6; Mozart; Lacrimosa (uit ‘t Requiem); Op en neer, op en neer Golven v passie en ingetogenheid #popmeditatie

7. Cuby and The Blizzards

Mozarts Requiem draaide ik onder andere op weg naar de set van De Kleine Blonde Dood. Ik speelde Mieke. Als je boek en script las, was het vooral een egocentrische bitch. Maar ja … dat vind ik niet interessant om te spelen. Ik wist dat de film niet over mijn personage ging, de film ging over de vader en zijn zoon. Als ‘subpersonage’ ben je al snel ‘aangever’, katalysator, iemand die het verhaal verder helpt.

Ik heb de neiging te vechten voor mijn personages. Om ze een echt leven te geven. Ook al is dat tegen de voor de hand liggende keuzes in. Ze had best een bitch kunnen zijn. Had iedereen vast van genoten. In gesprekken met de regisseur zei ik, dat als het een bitch moest zijn, er wel een paar scénes uit konden. Want dat verhaal was snel verteld. Ik zocht naar haar ‘saving Grace’ zoals Frans Weisz (regisseur van Bij Nader Inzien) dat noemde: de goede redenen van een personage om te zijn wie hij of zij is.

Ik heb geprobeerd Mieke meer bodem te geven dan aanvankelijk in het scenario was geschreven. Om je in ieder geval handreikingen te geven, waarom ze deed wat ze deed (ook al werd dat in de film verder niet toegelicht). Haar grondmuziek was daarbij een die ik expressief melancholiek zou noemen. Melancholiek en toch een uitweg zoekend. Zoiets.

Een van de nummers die in de film werd gebruikt, hoorde ik toen voor het eerst, en is voor mij een van Mieke’s nummers geworden.

Through the window of my eyes
I can see a rainy day
Sittin’ in the chair of my own
Looking for a way to be the one who I am
It’s useless to cry for the things I was unknown
Thinking it will come back and reach my home

It’s like a distant, like a distant face
It’s like a shadow on my wall
Something that, that I can’t touch
It’s heavenly, as it calls

Shelter of my mind hides my love and my tear
I keep on looking for a reason which is not here

Through the window of my eyes
I can see a rainy day
Sittin’ in the chair of my own
Looking for a way to be the one who I am
It’s useless to cry for the things I was unknown
Thinking it will come back and reach my home

Nr. 7; Cuby and The Blizzards; Through the windows of my eyes; Expressief melancholiek #popmeditatie

8. Jacqueline du Pré

Voor de – vrij onbekend gebleven – film De drie beste dingen in het leven, moest ik viool leren spelen, om in de film een paar stukjes geloofwaardig in beeld te kunnen brengen. De nummers die ik moest spelen werden ingespeeld door Vera Beths.

Voor het eerst liep ik met een discman rond, toen nog met cassettebandjes. Ik vond het een bijzondere ervaring om door de stad te lopen terwijl ik muziek hoorde. Alsof ik door een gigantisch filmscenario wandelde. Alles zag er anders uit.

Om me te laten inspireren luisterde ik naar verschillende soorten muziek en las ik onder andere over Jacqueline du Pré, een getalenteerde celliste. Iemand die een hartstochtelijke relatie onderhield met haar instrument. Een vrouw met een groot talent. Die in Daniël Barenboim haar grote liefde vond. Ook een getalenteerd en gepassioneerd mens. Complexe mensen. Als je deze vrouw ziet spelen, is het moeilijk iets te begrijpen van de hatelijkheid van het lot, dat zij de ziekte MS kreeg. Ze verloor haar instrument. Haar geliefde. En het leven, op 42-jarige leeftijd. (lees meer op Wikipedia)
Dit is muziek waar ze onder andere bekend mee werd.

Nr. 8; Jacqueline du Pré; Cello Concert Edward Elgar; Dit is de muziek waar ze oa bekend mee werd #popmeditatie

9. Cab Calloway

Kunst tussen de mensen. En gebruiksmuziek. Met die drive kwam ik ook bij een theatergroep die huiskamervoorstellingen maakte voor ouderen met dementie. Later heb ik ook buiten de voorstelling wel eens voor mensen in een verzorgingshuis gezongen, als dank voor een gesprekje, bijvoorbeeld. Zo kwam ik ook in aanraking met Dementia Care Mapping.

En nu ben ik erin geschoold. Ik observeer, maak een rapportage en voer een gesprek met het team. In dat gesprek zoeken we naar mogelijkheden die het welbevinden van de bewoners nog verder vergroten. Creativiteit is daarbij goed te gebruiken.

Zo zocht en vond ik een filmpje over de toepassing van muziek. Ik wist van het bestaan. Tijdens mijn studie Creatieve Therapie, drama, had ik ook contact met collega’s van ‘beeldend’ en ‘muziek’. Dit filmpje is inleiding voor de keuze van het volgende nummer. Ik kan het niet beter vertellen dan dat het filmpje doet.

Het nummer dat ik koos is uiteraard van Cab Calloway. In onderstaande video spat de levenslust en de swing ervan af. Precies de energie en kracht die je voelt bij de man in het verzorgingshuis. De hele geschiedenis knalt er doorheen. Wat had ik met die man graag in zijn jonge jaren een dansje gemaakt.

Dit zijn de lyrics van het nummer ‘Long About Midnight (SG).

Just take a look at Harlem after sundown,
Any time you choose,
It’s hard to find the people feeling run-down;
There’s no time for blues.

If you don’t know just what to really do
Just take a walk along the avenue,
You’ll hear the sounds come a-floatin’ through
Along about midnight.

They close the windows and they dim the light
To hide their doings from a stranger’s sight,
Everything is going right,
‘Long about midnight.

Pianos tinkle, and the couples sway,
Taking the pleasures they find,
They don’t care how they live by day,
Why not leave trouble behind?

They’re not pretending like the hoy-falloy,
They really mean it; it’s the real McCoy.
They turn an ounce of booze into a pound of joy,
‘Long about midnight!

 


Nr. 9; Cab Calloway; Jitterbug Party; De levenslust en de swing spat ervan af. #popmeditatie

10. Leo Fuld

Over geheugen. Herinnering. Wat weggaat en terugkomt. Leo Fuld. De man is de man. Hij blijft en was er al die tijd. Alleen de wereld maakt ervan: bekend / onbekend (intro van de video). Dan de muziek. Voor mij een gebruiksnummer om mijn liefde voor mijn oma te ‘containen’.

Of things I should be thankful for I’ve had a goodly share
And as I sit here in the comfort of my cosy chair
My fancy takes me to a humble eastside tenement
three flights up in the rear to where my childhood days were spent
It wasn’t much like Paradise but ‘mid the dirt and all
There sat the sweetest angel, one that I fondly call

My yiddishe momme I need her more then ever now
My yiddishe momme I’d like to kiss that wrinkled brow
I long to hold her hands once more as in days gone by
and ask her to forgive me for things I did that made her cry
How few were her pleasures, she never cared for fashion’s styles
Her jewels and treasures she found them in her baby’s smiles
oh I know that I owe what I am today
to that dear little lady so old and gray
to that wonderful yiddishe momme of mine

My yiddishe momme I need her more then ever now
My yiddishe momme I’d like to kiss that wrinkled brow
I long to hold her hands once more as in days gone by
and ask her to forgive me for things I did that made her cry
How few were her pleasures, she never cared for fashion’s styles
Her jewels and treasures she found them in her baby’s smiles
oh I know that I owe what I am today
to that dear little lady so old and gray
to that wonderful yiddishe momme of mine

 


Nr. 10; Leo Fuld; My Yiddishe Mama; De man is de man. Hij blijft en was er al die tijd. #popmeditatie[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]

De waarde van toegepast acteren

Trainingsacteren

De liefde voor trainingsacteren

Op de Arnhemse Toneelschool ging onze spraakdocent Ger van Rossum in op een kans die zich voordeed. Pas later realiseerde ik me de impact ervan.
We gingen met een groepje leerlingen van de toneelschool naar de politieschool in Lochem. Daar, in de kelder, was een grote simulatieruimte. Een nagebouwd dorp met een kroeg, een woonhuis, een disco, een politiebureau. Als toneelschoolstudent speelden we daar menig realistische tragedie: kroegruzies over een staatlot, geweld binnen het huwelijk, aangifte van misbruik. De studenten van de politieschool ontvingen een melding, waarna twee van hen in de situatie moesten ingrijpen. Ik voel nog de ruwe stof van het politie-uniform van een vrouwelijke student die mij troostte. Nadat de camera’s uitgingen (er was fantastisch materiaal: beter dan we op de toneelschool hadden) en het spel was gestopt, barstte deze studente zelf in tranen uit. Op dat moment realiseerde ik me hoe krachtig de spelsituatie was, hoe realistisch het kon worden, ook al wisten mensen dat het een simulatie was, en hoeveel impact dat kon hebben.

verpleeghuissceneDit hele directe spelen, in je eigen leefsituatie, is iets wat kinderen met het grootste gemak doen: “dan ben jij de meester en ik ben het kind. ‘Meester! Ik snap het niet!'” Binnen een paar zinnen begeven ze zich in hun gespeelde werkelijkheid. Het is een manier om hun wereld te begrijpen en te organiseren.
Om een of andere reden raken we het vermogen kwijt om dat zo onbevangen te doen: binnen een simulatie experimenteren met gedrag. Waarom dat zo is weet ik niet. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met ongemak of gêne, zoals het gebrek aan comfort dat we ook ervaren in andere leersituaties. Als jong kind ga je regelmatig onderuit: vallen is een onderdeel van je dag, net als opstaan. Vanaf dat we een jaar of zestien zijn, schat ik, is vallen ineens iets wat je zo snel mogelijk moet herstellen, liefst camoufleren of negeren. Ben je eenmaal een jaar of dertig, veertig, en overkomt het je nog eens dat je languit over straat valt, terwijl je mobiel als een sjoelschijf voor je uit over de stoep keilt, dan heeft menigeen het acute verlangen dat de grond zich zou openen om de hele situatie met jou erbij te verzwelgen.

Zonder vallen geen leren. Zonder spelen geen experimenteermogelijkheid voor gedrag. Vreemd, want per saldo neem je veel meer risico als je niet oefent: je moet in de “echte situatie” in een keer goed scoren.
Gelukkig heeft een goede trainingsacteur m/v een prachtige schat in zijn/haar gereedschapskist: het authentieke, ingeleefde spel. Zo goed de waarheid liegen, dat de ander vanzelf gaat reageren. Ik zeg bewust niet “alsof het echt was”. Want wat is echt?
Alles is betekenisgeving.
Als zodadelijk iemand bij u aanbelt en zegt: “Gefeliciteerd, u heeft een prijs gewonnen in de postcodeloterij.” weet je meteen wat je voelt! Blijdschap. Of verwarring (als je geen lot hebt:-). Je hersenen leveren je de beelden aan van wat je allemaal met het geld zou kunnen doen, wat het betekent voor je leven om een flink bedrag op je rekening te hebben staan.
Kijkt die persoon daarna op zijn lijst en slaat hij zijn hand voor zijn mond: “Neem me niet kwalijk, een vreselijke vergissing, we zitten in de verkeerde wijk,” dan hoef je ook niet lang na te denken wat je ervan vindt en wat je erbij voelt.
Zo maak je in korte tijd mee dat je rijk was en dat je alles kwijt bent, terwijl je nog geen cent in handen hebt gehad. Alles speelde zich af in je verbeelding en je besloot er zelf betekenis aan te geven: je nam het voor dat moment voor waar aan.
En dat is spelen. Voor waar aannemen wat je op dat moment doet, ziet, hoort, vindt, voelt en denkt.
Onze hersenen zijn bijzonder kunstig. Tegelijkertijd hebben ze hun beperkingen. Ze kunnen bijvoorbeeld niet zoveel informatie tegelijkertijd verwerken. Zeven stukjes, om precies te zijn. Om toch meer te kunnen, halen onze hersenen trucjes uit. Ze klusteren bijvoorbeeld informatie (zoals telefoonnummers, die we in groepjes hakken, om ze beter te onthouden), of ze koppelen betekenissen aan elkaar om ze niet als losse projectielen door ons hoofd te laten schieten, richting vergetelheid.
En zo komt het dat onze hersenen, als ze ons snel van betekenis willen voorzien (ze willen ons snel helpen chocola te maken van een situatie, vooral als de situatie spannend is), niet altijd even nauwkeurig zijn. Ze vergelijken bijvoorbeeld niet zo nauwkeurig als het snel moet gebeuren (bijvoorbeeld omdat er gehandeld moet worden).
Het is de “saving grace” (met dank aan Frans Weisz voor de uitdrukking) van de (trainings)acteur: je gedrag hoeft niet precies te lijken op de persoon uit de echte situatie. Als er maar een paar cruciale gedragselementen lijken, vult de kijker de rest zelf in. Deze gaat vervolgens op het gedrag van de trainingsacteur reageren. Gedrag roept gedrag op. En zo ontspint zich in wederkerigheid een situatie die, zo horen geoefende trainingsacteurs vaak, “precies lijkt op hoe het in het echt ook ging.”

Je bent zo goed als je laatste optreden.
Dat geldt voor een trainingsacteur evenzeer. Bij elke groep, elke deelnemer opnieuw, begint het spel van de koudwatervrees, het ongemak, de verleiding en als het goed gaat de levensechte oefensituatie, die de deelnemer in de training in staat stelt te oefenen met gedrag en te kapitaliseren op zijn eigenschappen en vaardigheden.

Over de waarde van toegepast acteren in het dagelijks leven

Artikelen

File name : tacit-knowledge.pdf

File name : tacit-knowledge.pdf